Blog 2: Axioma
Geloven is iets compleet anders dan weten. “Ik geloof dat het regent.”, is niet hetzelfde als: “Het regent.”. Geloven in God kan je uiteraard niet vergelijken met geloven dat het regent. Als je gelooft in God, dan neem je aan dat God bestaat. Wie niet gelooft, noemt God een maaksel van de mens. Daar ligt de kern van het ongemak om in onze samenleving over geloof te spreken. Wie gelooft, wordt al gauw beschouwd als iemand die zo hard zijn best doet om in een sprookje te geloven, dat hij gaat geloven dat het echt waar is.
Het axioma dat je als gelovige aanneemt, is het bestaan van God. Dat is op zich niet naïever dan het axioma aan te nemen dat twee gegeven punten juist één oneindige rechte bepalen. Dit laatste axioma is echter de basis van een wetenschap. Geloven is niet weten. Geloven is aannemen, vertrouwen, maar ook twijfelen. Als God bewijsbaar was, dan bestond er geen geloof meer. Het is juist dat spanningsveld van geloof en twijfel dat ik zo verrijkend vind in mijn leven. Ik geloof in God, die Vader is, Zoon en Geest. Ik ben niet goedgelovig. Ik aanvaard geen intolerante en uitsluitende religieuze boodschappen. Ik aanvaard geen ethische standpunten zonder ze vanuit mijn geweten te overwegen. Ik aanvaard wel dat er andere godsdiensten bestaan die niet minderwaardig zijn aan mijn geloofsopvatting.
Ik benader niet-gelovigen en anders-gelovigen vanuit mijn gelovig perspectief. Ik kan niet bewijzen dat mijn opvatting de juiste is. Dat is wat gelovigen zo vaak wordt verweten. “Als je het niet kan bewijzen, wat heeft het dan voor zin?” Dan is geloof een troostende gedachte om de levenspijn te verzachten. Misschien is dat deels wel zo. Maar voor mij is geloven in God zoveel méér.
Ik vind het niet noodzakelijk om dat geloof te overstijgen en alle godsdiensten vanuit een neutraal standpunt te bekijken. Trouwens, wat is een neutraal standpunt? In mijn ervaring worden de woorden “neutraal” en “objectief” in de meeste gevallen onterecht gebruikt. Ik ben gelovig, en kan dus niet “neutraal” zijn. Alles wat ik vaststel, doe ik vanuit mijn persoonlijke visie, dus subjectief. Een niet-gelovig standpunt is evenzeer subjectief.
Daar is er een fout binnengeslopen in de interpretatie, volgens mij. Onze samenleving is pluralistisch: helemaal mee eens. Er zijn meerdere keuzemogelijkheden wat levensbeschouwing betreft. Er zijn veel standpunten mogelijk. Dat is pluralisme, en dat juich ik toe. Niemand moet mijn overtuiging overnemen, gewoon omdat ik nu eenmaal zo denk. Maar omgekeerd is het ook niet de bedoeling dat niet-gelovigen in naam van het pluralisme mogen veronderstellen dat geloven minderwaardig en naïef is.
Pluralisme betekent niet dat je als persoon geen standpunt mag innemen. Integendeel: het garandeert dat de samenleving geen overtuiging oplegt of verbiedt. Niet-gelovig zijn, is dus niet de standaard. Bewust en respectvol deel uitmaken van het geheel: dàt is de standaard.
Mag ik dat in alle bescheidenheid het axioma van de pluralistische samenleving noemen? We vormen een samenleving met vrije keuze van levensbeschouwing, we respecteren deze diversiteit en streven naar de meest positieve vorm van samenleven.
Het is perfect mogelijk om overtuigd christen te zijn en tegelijk andere godsdiensten te beschouwen als een gelijkwaardige spirituele levensovertuiging. Het doet niets af van jouw geloof. Het bevrijdt je geloof eerder van een ongepaste waarheidsclaim, geloof ik. Dat geloof ik. Maar weet ik het zeker? Nee…
Sven Vannecke